Droogijsstralen is een reinigingsmethode waarbij gebruik wordt gemaakt van droogijskorrels met een temperatuur van ongeveer -80°C. Met behulp van een straalmachine wordt met perslucht het droogijs op hoge snelheid tegen de te reinigen oppervlakte aan gespoten.

Door de snelheid waarmee dit gebeurt, de temperatuur van het droogijs en doordat de korrels bij inslag direct worden omgezet in CO2-gas, wordt het vuil in 3 fasen effectief bestreden zonder dat dit de oppervlakte beschadigt.

  • Fase 1: Door de snelheid waarmee de droogijskorrels op de oppervlakte worden gestraald, vindt er een zogeheten ‘kinetische energieoverdracht’ plaats. Bij de impact komt er dus een golf aan energie vrij dat tegen het vuil duwt.
  • Fase 2: Door het grote temperatuurverschil tussen het droogijs (± -80°C) en het vuil (omgevingstemperatuur), vindt er een soort shockreactie plaats. Dit is de zogeheten ‘thermoshock’. Door het plotselinge hoge temperatuurverschil, ontstaan er op deze manier microscheurtjes in het vuil waardoor het vuil losraakt van de oppervlakte en als het ware ‘bros’ wordt.
  • Fase 3: Wanneer het droogijs de oppervlakte van het te reinigen object raakt, wordt dit direct omgezet naar CO2-gas. Niet alleen zorgt dit ervoor dat er geen water achterblijft (en het dus een droge manier van reinigen is), maar door de plotselinge volumevergroting wordt het losgekomen vuil ‘weggeblazen’. Het volume van het CO2-gas is vele malen grote dan het volume van de droogijskorrels, waardoor er ook hier weer een grote hoeveelheid energie vrijkomt.

Deze 3 fasen zorgen er samen voor dat droogijsstralen een zéér effectieve én snelle reinigingsmethode is en voor een groot aantal doeleinden kan worden ingezet zonder de oppervlakte of de direct omgeving ervan te beschadigen.